Medezeggenschap

Heb jij ideeën ter verbetering van de opleiding, de faculteit of de Rijksuniversiteit Groningen of juist klachten, dan is het goed om te weten waar je terecht kunt! Wanneer je geen zitting neemt in een van de officiele organen dan betekent dat niet dat je niks te zeggen hebt. Medezeggenschap, de inspraak van studenten en personeel in het beleid van de universiteit, faculteit en de opleiding, is via verschillende organen geregeld. Het medezeggenschap is geregeld op drie niveaus, universitair, facultair en op opleidingsniveau. Hieronder volgt een korte uitleg per niveau.

Medezeggenschap op universitair niveau

College van Bestuur
De Rijksuniversiteit Groningen wordt bestuurd door het College van Bestuur (CvB). Het College van Bestuur is eindverantwoordelijk voor de gang van zaken op de hele universiteit.

Universiteitsraad
Het College van Bestuur wordt gecontroleerd en gevraagd en ongevraagd geadviseerd door de universiteitsraad. Zowel personeelsleden als studenten nemen deel aan dit officiële medezeggenschapsorgaan. De student-leden zijn lid van SOG, Lijst Calimero of DAG.

Medezeggenschap op opleidingsniveau

Opleidingsdirecteur
Het onderwijs van de faculteit GMW is georganiseerd in drie opleidingen, namelijk Psychologie, Sociologie en Pedagogische Wetenschappen en Onderwijskunde. Iedere opleiding wordt bestuurd door een opleidingsdirecteur. De opleidingsdirecteur, ook wel onderwijsdirecteur genoemd, van Pedagogische Wetenschappen is Matthijs Warrens. Hij is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken.

Opleidingscommissie
Ook heeft iedere opleiding een eigen medezeggenschapsorgaan: de opleidingscommissie. De Opleidingscommissie (OC) is bij wet aangesteld en heeft als doel de kwaliteit van de opleiding te bewaken. In de OC wordt het onderwijs besproken door studenten en docenten gezamenlijk. De OC heeft 12 leden: 6 docenten en 6 studenten. De leden vormen een goede afspiegeling van de betrokkenen bij de opleiding. De zittingstermijn van de studentleden en de docenten bedraagt maximaal 2 jaar en begint op 1 september. Vanuit de docentgeleding wordt de voorzitter van OC aangewezen. De studentgeleding levert ieder jaar een vice-voorzitter. Deze student is tevens de voorzitter van de eigen geleding.

Om de kwaliteit van het onderwijs te bevorderen kan de OC een infomeel en formeel advies uitbrengen. Zo’n advies van de OC is wettelijk vereist bij de vaststelling van de onderwijs- en examenregeling (OER) door de Faculteitsraad. De OC heeft instemmingsrecht gekregen wat betreft een aantal zaken van het OER. Verder bespreekt de OC elk blok de vakevaluaties van negatief beoordeelde vakken die tijdens dat blok zijn gegeven en adviseert de Opleidingsdirecteur over de aanpak hiervan. Tijdens deze bespreking worden zowel de uitkomsten van de evaluatieformulieren als de JV- verslagen meegenomen. Ten slotte kan de OC zelf bepalen over welke aspecten van het onderwijs zij een formeel advies wil uitbrengen. De adviezen worden gericht aan de Opleidingsdirecteur of het Faculteitsbestuur.

Jaarvertegenwoordigingen
Binnen elke opleiding is er voor een aantal jaren een jaarvertegenwoordiging. Deze jaarvertegenwoordigingen zijn geen officieel medezeggenschapsorgaan, maar spelen desalniettemin een grote rol in het medezeggenschapsproces. De jaarvertegenwoordigingen bestaan alleen uit studenten, in tegenstelling tot de andere medezeggenschapsorganen. De jaarvertegenwoordigingen lossen problemen op in de cursussen in hun eigen jaar en schrijven evaluaties van elke cursus. Deze evaluaties worden met de desbetreffende docent(en), de opleidingsdirecteur en de opleidingscommissie besproken. Wij hebben een jaarvertegenwoordiging van jaar 1, 2 en 3 van Pedagogische Wetenschappen, een jaarvertegenwoordiging 1, 2, 3 en 4 van de AOLB en een jaarvertegenwoordiging van de masters Orthopedagogiek en Onderwijskunde.

De JV’s hebben meerdere keren per blok contact met de docent, zodat de evaluatie ook goed met de docent besproken kan worden en eventueel al eerder in de cursus kleine aanpassingen gedaan kunnen worden. Wanneer je dus klachten of opmerkingen hebt over een vak of docent, is de jaarvertegenwoordiging een goede spreekbuis!

Medezeggenschap op facultair niveau binnen Gedrags en Maatschappij Wetenschappen

Faculteitsbestuur
De Rijksuniversiteit Groningen bestaat uit tien faculteiten. Elke faculteit wordt bestuurd door een faculteitsbestuur, vergelijkbaar met het College van Bestuur op universitairniveau. Dit bestuur bestaat uit de decaan (tevens portefeuillehouder onderzoek),vice-decaan (tevens portefeuillehouder onderwijs) en een portefeuillehouder Middelen. Daarnaast heeft het faculteitsbestuur elk jaar een adviserend student lid die de vergaderingen van het faculteitsbestuur bijwoont. Tabatha Ros is de student-assessor van het faculteitsbestuur. Zij vertegenwoordigt in het faculteitsbestuur de belangen van alle studenten van GMW. Daarnaast geeft Tabatha Ros ook voorlichting aan alle andere bestuurlijke studenten binnen de faculteit (OC’s, FR, studieverenigingen). Doordat het adviserend student-lid bestuursvergaderingen bijwoont, heeft zij veel achtergrondkennis over zaken die in de faculteitsraad en de opleidingsbesturen aan de orde komen. Door deze achtergrondkennis kan zij studenten van andere medezeggenschapsorganen helpen om onderwerpen in een breder kader te plaatsen. Deze functie staat dus tussen de studenten en het bestuur van de faculteit in.

Faculteitsraad
Het medezeggenschapsorgaan op facultair niveau is de faculteitsraad. Zij vervult een vergelijkbare rol als de universiteitsraad. De faculteitsraad bestaat uit negen studenten (van PSB) en negen personeelsleden. Deze leden worden door de eigen achterban gekozen tijdens de faculteitsraadverkiezingen die ieder jaar plaatsvinden in mei. In de studentgeleding zit voor elke opleiding binnen GMW een contactpersoon die contacten onderhoudt met de studenten van de desbetreffende opleiding. De faculteitsraad spreekt over allerlei zaken op het gebied van onderwijs, onderzoek, personeelsbeleid en financiën. Er zijn een aantal terugkerende onderwerpen, zoals de Onderwijs- en Examenregelingen (OERen), maar de leden kunnen ook zelf ideeën inbrengen over zaken die de hele faculteit aangaan.

Iedere maand heeft de faculteitsraad een officiële vergadering met het faculteitsbestuur en de student-adviseur van het faculteitsbestuur. Deze vergaderingen zijn openbaar en dus te volgen voor iedereen die daar interesse in heeft.

Hiernaast heeft de studentgeleding vaak twee of meer werkgroepen. Deze werkgroepen richten zich op een specifiek onderwerp binnen de faculteit, zoals bijvoorbeeld “Educatie”, “Communicatie” of “Internationalisering”. Zij bereiden initiatiefvoorstellen of agendapunten van de hoofdvergadering extra goed voor en ze ondernemen andere activiteiten rondom het onderwerp van de werkgroep. De werkgroepen kunnen verschillen per jaar.

Overige organen

Examencommissie (EC)
De Examencommissie waakt over de correcte toepassing en naleving van de regels. De commissie bestaat uit een aantal examinatoren van de opleiding en is benoemd door het Faculteitsbestuur. Er is een Dagelijks Bestuur (DB), bestaande uit de voorzitter en de secretaris. Dit DB vergadert elke week, uitgezonderd een paar weken rond Kerst en een aantal weken in juli-augustus. De Examencommissie beoordeelt verzoeken tot vrijstelling, erkenning van keuzevakken en vakken in het buitenland en de aanvraag voor het afsluitend examen.